Pieter Abraham was die seun van Hendrik van der Westhuizen en Maria Margaretha van Niekerk.
(https://www.wikitree.com/photo.php/b/bf/Swartland_Baptism_1745_to_1813-29.jpg)
Pieter Abraham
Baptised: 1765, 10 Februarij 1765
Father: Hendrik VAN DE WESTHUIJSEN
Mother: Maria Maragritha VAN NIEUWKERKE
Witnesses: Abraham Rossouw, Elizabeth Katharina Lambregs
Additional notes: Den 2 Augustus h.a. natus
Note by transcriber: Date of baptism written as: 10 Dito
Baptised: 1765, 10 Februarij 1765
Father: Hendrik VAN DE WESTHUIJSEN
Mother: Maria Maragritha VAN NIEUWKERKE
Witnesses: Abraham Rossouw, Elizabeth Katharina Lambregs
Additional notes: Den 2 Augustus h.a. natus
Note by transcriber: Date of baptism written as: 10 Dito
(https://www.wikitree.com/photo.php/2/26/Laubscher-345-1.jpg)
Testator(s):
Margaretha Louw
Pieter Abraham van der Westhuijsen
MOOC8/28.1
2 November 1807
Margaretha Louw
Pieter Abraham van der Westhuijsen
MOOC8/28.1
2 November 1807
C: Bird
Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als er in gemeenschap
zijn bezeeten geweest bij den burger deezer plaatze Pieter Abraham van der
Westhuijsen ende desselfs huysvrouw Margaretha Louw, mitsgaders van de zijde
des eerstgemelde ab intestato metter dood ontruymd ende nagelaten ten voordeele
hunner by den anderen in echt verwekte twee minderjaarige kinderen, met namen
1) Elsje oud 12 jaaren
|
2) Hendrik Jacobus oud 7 jaren
|
Zodanig als dezelve door ons ondergeteekende gecommitteerde Weesmeesteren
zijn g’inventariseerd en opgenomen, en bevonden te bestaan in ’t volgende,
namentlijk
Een leenings eigendoms plaats genaamd de
Kelderfontein geleegen aan het Zwartland, welke plaats echter ingevolge de
testamentaire dispositie, door des overleedenens voorverstorvene vader wylen
den burger Hendrik van der Westhuijsen in dato 14 October 1786 voor den
toenmaligen geswoore Clercq ter Secretarije van Justitie deezes Gouvernements
de heer Rijno Johannes van der Riet en zeekere getuygen opgerigt, en
overeenkomstig de omstandigheeden die de gemelde testamentaire dispositie na
het afsterven van gezegde Hendrik van der Westhuijsen hebben opgevolgd,
thands in eigendom moet overgaan aan des overleedenens nagelaten oudste
broeder Johannes Stephanus van der Westhuijsen, mits daarvoor aan des
overleedenens erfgenaamen ofte boedel opbrengende en betaalende eene somma
van twaalf duyzend guldens Kaapsche waarde contant, waarna dezelve plaats
door hem kan worden aanvaard onder alle zodanige conditien en bepalingen, als
de voormelde testamentaire dispositie verder dicteerd
|
Op de bovengem: plaats, in het woonhuijs en aldaar
In
het voorhuijs
|
een geel houte klaptafel
|
twee stinkhoute theetafels
|
vier vogelkooijen
|
zes gedraayde stoelen
|
vier gesneede stoelen
|
een water emmer
|
een kleyne spiegel
|
eenige glaazen en kelkjes in zoort
|
twee roode ophaal gordynen
|
een oude kopere waschlampet
|
een kopere theekeetel met een kopere konfoor
|
een tinne koffijkan
|
een tinne trekpot
|
twee vuurstooven
|
In
de voorkamer ter regterhand
|
een ouderwetsche kabinet met zilver beslag waarop
|
tien porcelaine potjes en beekers
|
een porc: soupterrine
|
een porc: kom
|
een witte aarde melkkan
|
een geel houte ledekant met blaauw geruite behangzel
waarop
|
een bedt
|
een peuluw
|
vier kussens en
|
een chitze combaars
|
een geel houte ledekant zonder behangzel waarop
almeede
|
een bedt
|
een peuluw
|
vier kussens en
|
een chitze combaars
|
zes jaty houte gematte stoelen met zes losse chitze
kussens
|
zes stinkhoute stoelen
|
een kleyne spiegel
|
een groote verlakte schenkbord
|
een rood kopere theemachine
|
een tinne koffy kan
|
twee kopere kandelaars
|
een gaaren kistje
|
een roode ophaal gordijn
|
twee schietgeweeren
|
een porc: waschlampet met zyn kom
|
een porc: boterpotje
|
een porc: zuykerpot
|
In
de kamer ter linkerhand
|
een roode ophaal gordijn
|
een vogelkooij
|
een ledikant met blaauwe hangzel waarop
|
een bedt
|
een peuluw
|
vyf kussens en
|
een wolle combaars
|
een halve kist
|
een kadel
|
vier ledige kelders in zoort
|
een blikke trommel
|
een rak en voorts
|
eenig kleynigheid en rommeling
|
In
de agterkamer
|
een vogelkooy
|
twee rakken
|
agt schotels in zoort
|
zeeven borden
|
vier ledige vlessen
|
drie kannetjes
|
een Keulse pot
|
een vleeschbalij
|
een ledig halfaam
|
vier manden
|
tien koornzakken
|
een meelzeeft
|
In
de combuijs
|
een combuys tafel
|
een bakkist
|
een waterhalfaam
|
een broodmes
|
een rak waarop eenige tinne leepels en staale vorken
|
twee schoorsteen kettings
|
vier yzere potten
|
een aschschop
|
een vuurtang
|
een rooster
|
een potleepel
|
een vleesvork
|
een oude defecte taartenpan
|
een oude tinne schotel
|
vier en twintig witte aarde borden
|
In
het koornhuijs
|
een oude koornharp
|
een koornscheepel
|
twee koorn schoppen
|
vier mudden koorn
|
twee mudden meel
|
In
een buijtenvertrek
|
een span paarde tuijgen
|
een partij oude tuijgen
|
een oude zadel en toom
|
een halve legger
|
een halfaam
|
een oude vat
|
een teerputs
|
een party oud ijzer
|
In
het wagenhuijs
|
een paarde wagen met tent en tentzyl
|
een paarde wagen ten eene maal defect
|
een osse wagen met twaalf jukken en trektouw
|
twee ploegen compleet
|
drie agterstellen van ploegen
|
neegen ploeg schaaren
|
een oude huijsladder
|
een bankschroef
|
vier oude pikken
|
In
de stal
|
agt wagen paarden
|
In
de kraal
|
tien aanteel paarden
|
drie en twintig trekossen
|
twee koeien en 2 kalfers
|
vyf varkens
|
twee en veertig schapen
|
zeventien bokken
|
Lyfeigenen
|
een mansslaaf genaamd Kraak van Madagascar,
wagenrijder hoogbejaard
|
een mansslaaf gen:d Jephta van Mosambicque,
vheewagter
|
een mansslaaf gen:d Jacob van de Kaap, koetzier
|
een slavin gen:d Agida van de Kaap bejaard
|
een slavin gen:d Philida met haar kind gen:d Kandasa
oud 4 jaaren beyde van de Kaap
|
Lasten
des boedels
|
|
Rd:s
|
|
aan Stephanus Walters op een schepenen kennis
gepasseerd ten behoeve van wylen Matthys Michielse Basson aan capitaal ƒ16000
ofte
|
5333:16
|
met de renten pc:t z:t den 16 February 1805
|
|
aan Pieter Domis op een not: obligatie aan capitaal
ƒ2000 ofte
|
666:32
|
met een en het lopende jaar renten
|
|
aan Jacobus Slabbert d’ oude op een onderh:
obligatie van 19 7:br 1792 met de renten
|
200:--
|
aan Melt van der Spuy op een onderh: obligatie
|
200:--
|
aan Floris Koegelenberg almeede op een onderhandsche
obligatie
|
100:--
|
aan den boedel van wylen Andries Gobrechts
|
10:30
|
aan den boedel van wylen Isaak de Villiers Abrh:mzn
|
40:24
|
aan Albertus Laubscher
|
9:--
|
aan de weduwe Isaac Minnaar het kostende van een
legger jongen Kaapsche wyn volgens de marktprys in de jongst afgeweekene
maand October
|
10:--
|
aan de wed:e Joh:s Albertus Laubscher en z:n - vold:
|
Pro memorie word alhier genoteerd dat de wed:e vermeend dat er nog eene
openstaande reekening is tusschen wijlen haren man en den commissaris van Huwelyks
Zaaken Hend:k Emanuel Blanckenberg, waarna dus zal moeten worden g’informeerd
Aldus g’inventariseerd en opgenomen aan Kabo de Goede Hoop op den 2
November 1807 ter plaatze voormeld, ende zulks op het op en aangeeven van de in
den hoofde deeses gemelde weduwe, dewelke verklaarde zig hierinne ter goeder
trouwe gedraagen en niets hares weetens verzweegen of te rug gehouden te hebben
van al het geen tot den boedel en nalatenschap behoord, invoegen zy dan ook
getuygde de deugdelykheid harer opgaave ten allen tyde des vereischt werdende
met solemneele eede nader te bevestigen en verdere belofte zo hier na nog iets
tot gez: nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en
getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris daar
meede te amplieeren
In teeken der waarheid is deeze ter presentie van ons onderget: gecomm:
Weesmeesteren ende my Eerste Commis der Weeskamer door de inventariente
behoorlijk onderteekend
Als gecomm: Weesm: A: v: Breda, W:J: Klecrk
Voor den opgaaf: Margrieta v: der d: Westhuijsen
Mij present: G:A: Watermeijer, g: C:
Testator(s):
Johannes Abraham Burger
Margaretha Louw
MOOC8/28.61
28 April 1812
Johannes Abraham Burger
Margaretha Louw
MOOC8/28.61
28 April 1812
Inventaris van alle zodanige goederen en effecten als behooren tot den
gemeenschappelyken boedel van Johannes Abraham Burger en zyne huysvrouw
Margaretha Louw, door eerstgemelde op Zondag den neegentiende dag der maand
April in den jaare een duijzend acht hondert en twaalf ab intestato metter dood
ontruymd en nagelaten ten behoeve zyner by zijne vooroverleedene huysvrouw
Susanna Johanna Gobrechts in echt verwekte drie
minderjarige kinderen, met namen
|
1) Cicilia Petronella Burger oud 15 jaren
|
2) Andries Stephanus Burger oud 11 jaren
|
|
3) Maria Jacoba Burger oud 10 jaren
|
|
en door laatstgemelde op den drie en twintigste
daaraanvolgende meede ab intestato door den dood ontruymd en nagelaten ten
voordeele harer by haaren voorverstorvenen man Pieter Abraham van der
Westhuijzen in echt geprocreeerde kinderen, in namen
|
4) Elsje van der Westhuijzen oud 17 jaren
|
5) Hendrik Jacobus van der Westhuyzen oud 11 jaaren
|
Invoegen als het een en ander door my ondergeteekende gecommitteerde
Weesmeester is opgenomen en in geschrifte gebragt, mitsgaders bevonden te
bestaan in het volgende te weeten
Een plaats ofte hofsteede genaamt Ongegund geleegen
aan Ribeesks Casteel onder het district van Stellenbosch
|
Op gemelde plaats en aldaar
In
het voorhuijs
|
een rak
|
een spiegel defect
|
zes schilderijen
|
een klaptafel
|
twee vierkante tafels
|
agt stoelen
|
een rustbank
|
een porcelaine pot
|
een tinne koffij kan
|
een verlakte schenkblaadje
|
In
de kamer ter regterhand
|
een geweer rak
|
twee stoelen
|
twee ledige kisten
|
een vuurmand
|
een kadel waarop
|
een bulzak
|
een peuluw
|
vier kussens
|
een kadel waarop
|
een bulzak
|
een peuluw
|
twee kussens
|
een deeken
|
twee geweers met een bandelier
|
In
de kamer ter linkerhand
|
een schuifgordijn
|
een spiegel defect
|
zes schilderijen
|
twee tafels
|
neegen stoelen met zeeven kussens
|
een klederen kast waarin de kleederen der overleedenen
|
een ledikant waarop
|
een bulzak
|
een peuluw
|
drie kussens
|
een wolle deeken
|
een ledikant met behangzel waarop
|
een bulzak
|
een peuluw
|
twee kussens
|
een wolle deeken
|
twee kleine kistjes
|
een roodkopere theemachine
|
een geel kopere koffijkan met zyn blaadje
|
een kopere keetel
|
drie kopere kandelaars
|
een kopere blaker
|
een tinne soupleepel
|
twaalf tinne eetleepels
|
een tinne mosterdpotje
|
een tinne peperdoos
|
twee tinne zoutvaatjes
|
neegen staale vorken
|
zes schotels in zoort
|
zes en twintig borden in zoort
|
agt kopjes en pierings
|
een trekpot
|
twee waterbeekers
|
een scheerbak
|
vier glaaze vlesjes
|
een soupkom
|
vier glazen in zoort
|
een blikke trommel
|
een zilvere zakhorologie
|
In
de combuijs
|
een oude rak
|
een tafel
|
een bakkist
|
een broodmes
|
twee aarde potten
|
een waterhalfaam
|
vyf emmers
|
vier yzere potten
|
twee roosters
|
twee leepels
|
een vork
|
een drievoet
|
drie schoorsteenkettings
|
een waterkeetel
|
een kapmes
|
Op
de zolder
|
acht koorn zikkels
|
een oude rak
|
een ledige kist
|
een zak met veeren
|
In
de kelder
|
twee groote kuypbalies
|
twee kleine kuypbalies
|
twee trapbalies
|
een anderhalf legger met een restant wijn n:o 1
|
een anderhalf legger met wijn n:o 2
|
een legger met wyn n:o 3
|
een legger met wyn n:o 4
|
een legger met een restant wyn n:o 5
|
een legger met wyn n:o 6
|
een legger met wyn n:o 7
|
een legger met wyn n:o 8
|
een legger met wyn n:o 9
|
een legger met wyn n:o 10
|
een legger met wyn n:o 11
|
een vat met een restant wyn n:o 12
|
een legger met een restant brandewyn n:o 13
|
een legger met een restant brandewyn n:o 14
|
een vat met een restant azijn
|
neegen ledige leggers
|
een ledige halfaam
|
een ledige aam
|
een houte tregter
|
een wynpomp
|
twee kopere kraanen
|
een groote mand
|
een tappoenboor
|
een koevoet
|
agt graaven
|
vier pikken
|
vier zweepstokken en drie zweepen
|
In
de smitswinkel
|
een ambeeld met zijn blok
|
een bankschroef
|
een slijpsteen
|
een blaasbalk
|
zes hamers in zoort
|
twee tangen
|
een boor
|
een spanzaag
|
vier schaaven
|
een nijptang
|
een agterstel van een ploeg
|
zeeven ploegschaaren
|
In
het molen huijs
|
een groote zaag
|
twee oude ploegwielen
|
In
het koorn huijs
|
zeeventig mudden koorn
|
drie koornschoppen
|
een koornscheepel
|
vier en twintig zakken
|
een zyldoeksche krip
|
een teerputs
|
twee span tuijgen
|
vyftien jukken en twee trektouwen
|
een party riemen
|
Op
de stal zolder
|
een hoop kaf
|
een hoop dekstroo
|
een hoop riet
|
In
het wagenhuijs
|
een paardenwagen met toebehooren
|
drie ossenwagens met toebehooren
|
In
een buijtenvertrek n:o 1
|
vyf balies
|
een botervat
|
een yzere vleesch haak
|
Op
de werf
|
drie ploegen
|
een eg
|
een ladder
|
een brandewijns keetel en toebehooren
|
een party vloersteenen
|
Beestiaal
|
zes wagenpaarden
|
een rydpaard
|
een oude molenpaard
|
agt aanteel paarden
|
vyf en dertig trekossen
|
een bul
|
elf aanteel beesten
|
een hondert zes en zestig aanteel schapen
|
vyf en zestig aanteel bokken
|
twee varkens
|
Lijfeigenen
|
een mansslaaf gen:t Laban van de Kaap /wagenryder/
|
een mansslaaf gen:t Noach van de Kaap, koetzier
|
een mansslaaf gen:t Favoriet van Mosambicque
|
een mansslaaf gen:t Jonas van Mosambicque
|
een mansslaaf gen:t Carolus van Mosambicque
|
een mansslaaf gen:t Lafleur van Mosambicque,
beestenwagter
|
een mansslaaf gen:t Jephta van Mosambicque
|
een oude mansslaaf gen:t January van Malabaar,
tuijnier
|
een meid gen:t Christina van de Kaap
|
een meid gen:t Philida met haar kind Candasa, beide
van de Kaap
|
een meid gen:t Eva met haar kind Daniel, beide van
de Kaap
|
een meid gen:t Rachel van Mosambicque
|
Inneschulden
|
||
Rd:s
|
||
van Jan Lombard blykens aanteekening
|
47:36
|
|
van de wed:e Lombaard blykens aanteekening
|
10:12
|
|
vold:
|
van Louis Christiaan Karstens blyken aanteekening
|
22:24
|
vold:
|
van Jurie Kotzee blijkens aanteekening
|
6:--
|
van Johannes Louw blijkens aanteekening
|
25:--
|
|
van Jacobus Adriaan Louw Jz:n over aanteekening
|
20:18
|
|
van Pieter Benjamin le Roux over aanteekening
|
24:24
|
|
vold:
|
van Jan Hendrik Muller over aanteekening
|
32:--
|
van Jan Mulder /doctor/ blykens aanteekening
|
28:--
|
|
van Theodorus Karsten Hermanus z:n over aanteekening
|
21:--
|
|
van Jacobus Theodorus Karsten d’ oude over
aanteekening
|
25:--
|
|
van Hendrik Albertijn blykens aanteekening
|
15:--
|
|
van Nicolaas Basson Jans z:n over aanteekening
|
16:--
|
|
vold:
|
van Jan Truter Fredriks z:n blykens aanteekening
|
10:--
|
voldaan
|
van Jacobus Smith woonagtig by den veldcornet Floris
Smith blykens aanteekening per rest
|
20:--
|
Lasten
des boedels
|
|
Rd:s
|
|
aan de Weeskamer deezer Colonie op een scheepenen
kennis in dato 2 February 1810 ten behoeve van Jac:s Adriaan Louw Jac:s z:n
gepasseerd, en aan de kamer gecedeerd groot per rest ƒ18000 ofte
|
6000:--
|
aan gemelde kamer op een Weesmeesteren kennis de
dato 2 February 1810 aan capitaal ƒ13000 ofte
|
4333:16
|
met de renten op beide capitalen zeedert primo
January 1811
|
|
aan de drie minderjarige kinderen, in namen Cicilia
Petronella, Andries Steph:s en Maria Jacoba Burgers zo veel aan hun voor
moederlyke erffenisse is beweezen, aan ieder rd:s1041 ofte aan allen te zamen
|
3121:--
|
aan Philip Eduard Faure op een notarieele obligatie
de dato 12 Maij 1809 ten behoeve Pieter Benjamin Wieze gepasseerd en door
Gerrit Kleyn als houder derzelve by notarieele acte van den 15 Augustus 1810
gecedeerd ƒ5000 ofte
|
1666:32
|
met de renten van dien à 6 pc:to p:r a:o zeedert
p:mo July 1811
|
|
aan Louis Christiaan Karsten Hermanus z:n op een
notarieele obligatie de dato 30 Aug:s 1809 groot per rest aan capitaal
|
997:--
|
met de renten a 6 pc:to p:r a:o zeedert den 30 Aug:s
1810
|
|
aan den hottentot Carel Jochem over 11 maanden huur
à 3 rd:s p:r m:d
|
33:--
|
Wordende alhier pro memorie genoteerd dat de in den boedel by overleiden
van eerstgenoemden gevondene contanten ten bedragen van rd:s54 door Louis
Christiaan Karsten met voorkennis van de weduwe is gebruijkt, ter gedeeltelyke
goedmaking van begraffenis onkosten, waarvan door hem nader reekening en
verantwoording zal worden gedaan als meede dat zig bij Pieter le Roux nog komt
te bevinden een kadel en by Jacobus de Jongh een zadel.
Aldus g’inventariseerd aan de Kaap de Goede Hoop op den 28 April 1812 ter
plaatze voormeld gen:t Ongegund geleegen aan Ribeeks Casteel onder t district
van Stellenbosch, ende zulks op het op en aangeeven van Louis Christiaan
Karsten en Albert Willem Louw dewelke verklaarde zig hierin ter goeder trouwe
gedragen en hunnes weetens niets verzweegen of terug gehouden te hebben van al
het geen tot den boedel en nalatenschap behoord invoegen zy dan ook betuijgden
de deugdelykheid hunner opgaave ten allen tyde des vereischt werdende met
solemneele eede nader te bevestigen, en verdere belofte zo hier na nog iets tot
gezegde nalatenschap behoorende mogte worden ontdekt, daarvan nader en
getrouwelyk ter Weeskamer opgaaf te zullen doen ten einde deezen inventaris
daarmeede te amplieeren.
In teeken der waarheid is deeze ter presentie van my ondergeteekende
gecommitteerde Weesmeester ende my Adj: Commis der Weeskamer door de
inventarienten eigenhandig onderteekend.
Als gecomm: Weesmeester: A: v: Breda
Voor den opgaaff: L:C: Karstins, Albertus W:m Louw
My present: P:E: Faure, Adj:t Commis
Bekenne ik ondergeetelkende Christina Margaretha Engel huysvrouw van Albert
Jesse van der Westhuyzen by deesen ontfangen te hebben uit den boedel van wylen
Johannes Abraham Burger en meede overleedene huysvrouw Margaretha Louw een
pinsbekke zak horologie, toebehoorende aan mynen broeder en aan den
overleedenen gegeeven om te laaten repareeren
Kaap de Goede Hoop den 26 May 1812
Christina Margrietha Engel